Registratie van arbeids- en rusttijden nu nog belangrijker

Inleiding

Op 14 mei jl. heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (verder Hof van Justitie) een belangrijke uitspraak gedaan en bepaald dat de lidstaten van de EU (waaronder dus ook Nederland) werkgevers moeten verplichten een systeem op te zetten waarmee de dagelijkse arbeidstijd wordt geregistreerd. Nu voert u als werkgever (uiteraard) al een deugdelijke registratie van de arbeids- en rusttijden op grond van artikel 4:1 Arbeidstijdenwet. Toch geeft de uitspraak van het Hof van Justitie aanwijzingen aan welke voorwaarden een (arbeidstijden)registratiesysteem dient te voldoen.

Nationale wetgeving

In Nederland hebben wij, op nationaal niveau, wet- en regelgeving op het gebied van arbeidstijden dat (onder andere) is vastgelegd in de Arbeidstijdenwet (ATW) en het Arbeidstijdenbesluit (ATB). Artikel 4:1 lid 1 ATW bepaalt dat u als werkgever een zo goed mogelijk beleid voert terzake van arbeids- en rusttijden van uw werknemers. Daarbij houdt u, voor zover dat redelijkerwijs van u kan worden gevergd, rekening met de persoonlijke omstandigheden van uw werknemers.

Om controle door de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW) op de arbeidstijden mogelijk te maken is in artikel 4:3 lid 1 ATW een registratieplicht opgenomen en wordt u als werkgever verplicht een deugdelijke registratie terzake van de arbeids- en rusttijden welke het toezicht op de naleving mogelijk maakt.

De registratieverplichting is verder vormvrij. Wel is voor bepaalde branches, zoals bijvoorbeeld het vervoer, nader uitgewerkt dat de arbeids- en rusttijden moeten worden bijgehouden op de welbekende tachograaf.

Uitspraak Hof van Justitie van de Europese Unie

Zoals in de inleiding aangegeven heeft het Hof van Justitie op 14 mei jl. een uitspraak gedaan die ook voor u als Nederlandse werkgever van belang is op het gebied van de arbeids- en rusttijdenregistratie. In de kern is de uitspraak dat lidstaten aan werkgevers de verplichting moeten opleggen een objectief, betrouwbaar en toegankelijk systeem op te zetten waarmee de dagelijkse arbeidstijd van iedere werknemer wordt geregistreerd. Je zou kunnen zeggen dat het Hof van Justitie hiermee een nadere invulling heeft gegeven aan de definitie ‘deugdelijke registratie’ uit artikel 4:3 lid 1 ATW.

De achterliggende gedachte van het Hof van Justitie is dat een systeem waarmee, de dagelijkse arbeidstijd objectief, betrouwbaar en toegankelijk wordt geregistreerd, een uiterst geschikt middel is voor werknemers om snel betrouwbare gegevens te verkrijgen over het precieze aantal gewerkte uren en vergemakkelijkt zowel de bewijsvoering van werknemers en derden zoals de Inspectie SZW.

Ook voor u als werkgever is het van belang om dagelijks de arbeids- en rusttijden te registreren aangezien het niet naleven van deze verplichting een overtreding oplevert die kan worden gesanctioneerd, afhankelijk van de overtreding.

Conclusie

Aan de hand van de nationale wet- en regelgeving (ATW en ATB) en de uitspraak van het Hof van Justitie is mijn advies een objectief, betrouwbaar en toegankelijk systeem op te zetten waarmee de dagelijkse arbeidstijd van iedere werknemer wordt geregistreerd. Het niet naleven van de verplichting om een deugdelijke registratie te voeren levert voor u als werkgever namelijk een overtreding op. De registratie van de dagelijkse arbeidstijden dient daarbij minimaal één jaar te worden bewaard.

Indien u naar aanleiding van dit artikel een vraag heeft of een andere juridische vraag, neem dan contact op met uw vaste aanspreekjurist bij Keizersgracht Juristen.

  1. K. Peusch

Bronnen:

https://curia.europa.eu/jcms/upload/docs/application/pdf/2019-05/cp190061nl.pdf

https://www.inspectieszw.nl/

https://wetten.overheid.nl/BWBR0007671/2018-01-01#Hoofdstuk4

https://wetten.overheid.nl/BWBR0007687/2018-11-14#Aanhef