Op 2 juni 2021 is door vakbonden en werkgevers het Advies Arbeidsmarkt gepresenteerd. Met het advies wordt ingezet op verdere beperking van flexwerk.
Onderstaand de hoofdpunten uit het SER Advies.
- Drie tijdelijke contracten gedurende een periode van maximaal drie jaren. De onderbrekingstermijn van zes maanden komt te vervallen behalve voor scholieren en studenten (onderbrekingstermijn van zes maanden) en voor seizoensarbeid (een onderbrekingstermijn van drie maanden). Afwijkingen bij CAO zijn niet mogelijk
- Afschaffing oproepcontracten (inclusief de nulurencontracten). Deze contracten worden vervangen door een basiscontract met tenminste een kwartaalurennorm. De uitsluiting van de loondoorbetalingsverplichting zoals die nu geldt komt te vervallen. Scholieren en studenten met als hoofdactiviteit opleiding en studie mogen wel nog gecontracteerd worden op basis van een contract dat vergelijkbaar is met het huidige oproepcontract.
- Uitzendwerk mag in beginsel alleen nog bij pieken en bij ziekte. Daarbij wordt gelijke waardering van de arbeidsvoorwaarden zoals die gelden bij de inlener de norm en de uitzending mag in totaliteit maximaal drie jaren duren.
- Het minimumloon moet omhoog. Koppeling met uitkeringen blijft bestaan.
- Snelle verbetering in de werk- en woonsituatie van de arbeidsmigranten.
- Uitzendkrachten hebben recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als de andere werknemers.
- Bij ontslag met wederzijds goedvinden kan de transitievergoeding achterwege worden gelaten als partijen kiezen voor een einde van de arbeidsovereenkomst met inbegrip van een route van werk naar werk.
- Werkgever kan de arbeidsduur (tijdelijk) eenzijdig verlagen tot maximaal 20% bij bedrijfseconomische omstandigheden die anders tot ontslag zouden leiden. Werknemers krijgen dan wel het volledige loon betaald. 75% van de loonkosten over de verlaagde arbeidsduur is voor de werkgever verzekerd bij het Rijk. Deze regeling heeft geen invloed op de opgebouwde WW-rechten. Afwijken is mogelijk in overleg met de vakbonden.
- Een weerlegbaar rechtsvermoeden van werknemerschap bij zelfstandigen die werken voor een opdrachtgever met een tarief onder het maximum dagloon (€ 30,00 tot € 35,00 per uur). Als de zelfstandige meent dat hij/zij werknemer is dan moet de opdrachtgever (eventueel in rechte) bewijzen dat dit niet het geval is.
- Als een werknemer vanuit een flexibel contract wordt begeleid naar een contract voor onbepaalde duur dan krijgt de werkgever de flex-opslag van de WW-premie met terugwerkende kracht gerestitueerd.
- Als een werknemer tijdens bij- of omscholing in het kader van de werk naar werk route door beëindiging van het contract een (tijdelijk) beroep moet doen op de WW, dan geldt tijdelijk voor een aantal maanden een hogere WW-uitkering.
Bovenstaande hoogtepunten zijn geadviseerd door de SER, het is nu nog aan Politiek Den Haag om er iets van te vinden.
mr. Sabrina Geurts