Aanzeggen einde dienstverband in de arbeidsovereenkomst

Inleiding
Met enige regelmaat krijgen wij vragen over de wettelijke aanzegverplichting die is vastgelegd in artikel 7:668 Burgerlijk wetboek (BW). Een van de meest voorkomende vragen is de vraag of er ook reeds bij aanvang van een tijdelijke arbeidsovereenkomst al kan worden aangezegd dat het dienstverband niet wordt verlengd. Dit om te voorkomen dat je als werkgever de aanzegvergoeding, of een gedeelte daarvan, verschuldigd bent indien je te laat of niet hebt aangezegd. Wat zijn nu de mogelijkheden?

Wat zegt de wet?
Sinds de invoering van de Wet Werk en Zekerheid kennen wij de aanzegverplichting zoals vastgelegd in artikel 7: 668 lid 1 BW. Hierin is het volgende bepaald met betrekking tot de aanzegverplichting:
De werkgever informeert de werknemer schriftelijk uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt:
a. over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst; en
b. bij voortzetting, over de voorwaarden waaronder hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten´
Op zichzelf een heldere en duidelijke tekst welke geen toelichting zou behoeven. Toch kan hieruit niet direct een antwoord worden gegeven op de vraag of het mogelijk is om bij aanvang van het dienstverband, en dus in de arbeidsovereenkomst, ‘aan te zeggen’ dat de tijdelijke arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd. Overigens geldt de aanzegverplichting enkel voor tijdelijke arbeidsovereenkomsten van 6 maanden of langer.

Aanzeggen in arbeidsovereenkomst mogelijk?
Aangezien de wettekst van artikel 7:668 lid 1 BW niet met zoveel woorden aangeeft of ook bij aanvang van het dienstverband kan worden ‘aangezegd’, dienen we te kijken naar de bedoeling van de wetgever. Uit de Kamerstukken II 2013/14, 33818, 7 p. 34, waarin de wetgever toelichting geeft op het wetsartikel, blijkt dat een mededeling over de voortzetting ook bij aanvang van de tijdelijke arbeidsovereenkomst kan geschieden, ook dan is sprake van een tijdige mededeling, aldus de wetgever. Met andere woorden: het is dus mogelijk om bij aanvang van het dienstverband een mededeling te doen over de voortzetting. Hiermee kunnen twee soorten mededelingen worden bedoeld:

  1. Het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst; of
  2. Het voortzetten van de arbeidsovereenkomst met de voorwaarden waaronder de werkgever wilt voortzetten.

De tweede optie zal niet snel voorkomen aangezien je als werkgever niet op voorhand al weet of een verlenging zal plaatsvinden, laat staan onder welke voorwaarde(n). De eerste optie om bij aanvang van het dienstverband in de arbeidsovereenkomst de mededeling (aanzegging) te doen dat niet zal worden verlengd, is dus toegestaan en voorkom je dat je te laat of vergeet aan te zeggen dat het dienstverband eindigt. Bij een dergelijke (vroegtijdige) aanzegging loop je als werkgever wel het risico dat de werknemer niet meer beschikbaar is wanneer je wel wilt verlengen aangezien de werknemer in de tussentijd wellicht een andere baan heeft gevonden.

Conclusie
Gezien het bovenstaande is het voor de werkgever mogelijk om bij aanvang van het dienstverband in de arbeidsovereenkomst ‘aan te zeggen’ dat het dienstverband na het verstrijken van de bepaalde duur niet zal worden voortgezet. Op deze manier voorkom je als werkgever de aanzegvergoeding verschuldigd te zijn indien je niet uiterlijk 1 maand voor het einde van het dienstverband, of te laat, schriftelijk aanzegt dat de arbeidsovereenkomst niet wordt voortgezet. Let echter wel op dat je met de aanzegging ‘niet voortzetting’ niet voldoet aan de aanzegverplichting indien je dus wel wenst voor te zetten. Indien je de aanzegging voortzetting met vermelding onder de voorwaarden niet tijdig hebt gedaan ben je alsnog de aanzegvergoeding verschuldigd. Met andere woorden: indien je bij aanvang van het dienstverband aanzegt dat niet wordt verlengd en je toch wenst te verlengen, dien je uiterlijk 1 maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst alsnog schriftelijk kenbaar te maken dat je de arbeidsovereenkomst wilt voortzetten en onder welke voorwaarden. Nu zal het in de regel niet snel voorkomen dat, indien er in de arbeidsovereenkomst al is aangezegd (niet voortzetten)  en een verlenging plaatsvindt zonder dat dit tijdig kenbaar is gemaakt, de werknemer aanspraak zal maken op de aanzegvergoeding maar juridisch gezien heeft de werknemer daar toch recht op.

Wij adviseren daarom de aanzegging in de arbeidsovereenkomst op te nemen en daarbij uiterlijk 1 maand voor het einde van het tijdelijke dienstverband de werknemer schriftelijk op de hoogte te stellen of er wel of niet wordt verlengd. Indien er wel wordt verlengd dien je tevens de voorwaarden te vermelden om te voorkomen dat je de aanzegvergoeding verschuldigd bent.

Heeft u naar aanleiding van dit artikel een vraag of een andere juridische vraag? Neem dan contact op met uw vaste aanspreekjurist bij Keizersgracht Juristen. 

mr. K. Peusch